46055 1 Korinthe 16:1-24 (Afsluiting)
I. Deze keer gaan wij een mijlpaal bereiken! Vanmorgen maken wij onze studie in 1 Korinthe af. Na de preek van vanmorgen hebben wij er 63 studies op zitten.
A. Jesaja 55:10-11 – “Zoals de regen en de sneeuw vanuit de hemel naar beneden komen en op de grond blijven liggen om de aarde water te geven, het koren te laten groeien, zaad voor de boer en eten voor de hongerigen te produceren, zo is mijn Woord ook. Ik stuur het uit en het levert altijd vrucht op. Het doet alles wat Ik wil en bereikt datgene, waarvoor Ik het wegstuur.” (het boek)
i. Wij krijgen van God de garantie dat God wanneer Zijn Woord rechtgesneden en verklarend gepredikt wordt, met ons tot Zijn doel komt.
a. Mensen, na vanmorgen hebben wij het voorrecht gehad om 63 maal 1 Korinthe in te duiken. En door de dingen die wij in deze 63 studies hebben behandeld, heeft God Zijn wil en doel bereikt.
1. God heeft hierdoor ons denken veranderd, Hij heeft ons geestelijk doen groeien, Hij heeft ons bemoedigd, Hij heeft ons vermaand, Hij heeft ons gecorrigeerd, Hij heeft ons toegerust, enz…
ii. Ik geloof dat een ieder die van 1 Korinthe heeft kunnen genieten en die een dader is van Gods Woord, er beter door is geworden.
a. Deze brief was niet altijd even gemakkelijk. Vaak was de boodschap best wel heftig. Het was zware kost. Maar door de moeilijke zaken niet te ontwijken heeft God ons gebroken, gesnoeid en behoorlijk opgebouwd!
1 KORINTHE 16
Vers 1-2 – “Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, moet u het net zo doen als ik het aan de gemeenten in Galatië opgedragen heb: Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen om op te sparen wat in zijn vermogen is, opdat de inzamelingen niet pas dan gehouden worden, wanneer ik gekomen ben.”
I. Uit Handelingen 11 en 24 en Romeinen 15 zien wij dat er op meerdere fronten geld ingezameld werd voor de kerk in Jeruzalem. Dit was grotendeels wegens armoede.
A. Volgens Handelingen 11 was er in Jeruzalem een hongersnood. Volgens Handelingen 6 zorgde de kerk voor veel weduwen en volgens Handelingen 2 droeg de kerk ook de zorg voor velen die direct na Pinksteren tot geloof waren gekomen.
i. Zij waren in grote nood en Paulus droeg de verschillende kerken op, kerken die hij had gesticht, om geld voor hen in te zamelen. Dus ook de kerk in Korinthe.
II. Zij hadden er blijkbaar vragen over, dus geeft Paulus de Korinthiërs hier instructies hoe zij dit in de praktijk horen te doen.
A. Ten eerste zien wij dat de inzameling hier een aparte en speciale collecte betreft.
i. De grondtekst spreekt hier van een specifieke inzameling voor de armen. Dit komt dus boven op de normale collecte die opgehaald wordt voor het runnen van de plaatselijke kerk. Het is dus extra!
B. Ten tweede zien wij dat het geven structureel dient te gebeuren. Hier zegt Paulus dat men elke zondag iets geeft.
C. Ten derde zien zij dat het geven naar vermogen moet zijn. M.a.w. iemand die 1000 euro netto per maand verdient en 100 aan de plaatselijke kerk geeft hoort ook meer te geven naarmate hij meer verdient.
i. Als dezelfde persoon bijvoorbeeld vanaf de volgende maand 2000 euro netto per maand verdiend heeft, hoort hij ook meer te geven. Dat bedoelt Paulus met iets opzij leggen wat in zijn vermogen is.
D. Als laatste zien wij dat men van tevoren hoort te bepalen wat men gaat geven.
i. Men dient biddend en met een blijmoedig hart te geven. Het is dus beter als je vooraf al in je hart je voorneemt hoeveel je gaat geven.
ii. Paulus zegt expliciet om het niet te doen wanneer hij daar is. Kennelijk wilde hij dat dit al geregeld was voordat hij daar kwam zodat hij niets te maken had met het collecteren.
a. Ik denk dat het ook beter is om van tevoren al biddend bepaald te hebben wat je in je hart je voorneemt om te geven.
b. Op deze manier voorkom je dat je “gemanipuleerd” kan worden om meer te geven dan God van je vraagt.
Vers 3 – “En wanneer ik bij u gekomen ben, zal ik hen die u daarvoor geschikt acht, met brieven sturen om uw gave naar Jeruzalem over te brengen.”
I. Wa geldzaken betreft is het goed voor kerkleiders om er alles aan te doen om onberispelijk te zijn en te blijven.
A. Paulus laat de Korinthiërs zelf mensen uitkiezen die het geld naar Jeruzalem zullen brengen. Daarnaast wil Paulus ook nog aanbevelingsbrieven meesturen om o.a. de zaak zuiver te houden.
Vers 4 – “En als het de moeite waard mocht zijn dat ik de reis zelf ook maak, zullen zij met mij meereizen.”
Vers 5 – “Maar ik zal naar u toe komen, wanneer ik Macedonië doorgereisd ben, want ik ga door Macedonië,”
Vers 6 – “en zo mogelijk zal ik bij u blijven, of ook de winter doorbrengen, om mij door u op weg te laten helpen, waar ik ook maar naar toe reis.”
Vers 7 – “Want ik wil u nu niet slechts op doorreis zien, maar hoop enige tijd bij u te blijven, als de Heere het toestaat.”
I. Paulus was in Efeze (Turkije) toen hij deze brief schreef en hij wilde vanuit Efeze door Macedonië heen naar Korinthe gaan.
II. Hij wilde niet alleen op doorreis de Korinthiërs bezoeken, maar wilde daar voor een langere tijd blijven.
III. En de belangrijkste woorden die hij in vers 7 schrijft zijn: “als de Heere het toestaat.”
A. Paulus geeft aan wat hij zelf van plan is. Hij wil zus en zo. Dit geeft aan dat hij doelbewust bezig is in hoe hij zijn leven invult. Maar uiteindelijk is hij afhankelijk van en onderworpen aan Zijn Heer en Meester.
i. Ook wij moeten doelbewust bezig zijn met hoe wij ons leven invullen. Maar nog belangrijker is dat wij uiteindelijk afhankelijk zijn van en onderworpen zijn aan Jezus.
a. Alles dat wij als christenen beslissen, plannen, ondernemen, doen of laten moet onderworpen zijn aan de heerschappij van Jezus.
1. Hij is meester en Hij bepaalt wat ik doe!
Vers 8-9 – “Ik zal echter tot Pinksteren in Efeze blijven, want daar is voor mij een grote en krachtige deur geopend, en er zijn veel tegenstanders.”
I. In het vorige gedeelte zien wij Paulus plannen maken die nog niet vast staan. In dat geval zegt hij: “als de Heere het toestaat”. Maar hier zien wij een vastberaden Paulus die een beslissing heeft genomen aan de hand van Gods leiding en openbaring.
A. Hij zegt dat hij tot Pinksteren in Efeze blijft, want de Heere heeft voor hem een grote en krachtige deur geopend.
i. Het is zo mooi wanneer wij doorhebben wanneer God ons leidt.
a. Als je zeker weet dat God je leidt, kan je ook met alle zekerheid beslissingen nemen. Al lijken de omstandigheden en de situatie onzeker, je kan alsnog met zekerheid beslissen.
B. Ondanks dat er veel tegenstanders zijn, is Paulus vastberaden om ervoor te gaan.
i. Paulus weet 100% zeker dat God hem leidt, dat God de deur voor hem geopend heeft en dat God alles onder controle heeft.
a. Dit geeft hem dan ook de moed en de ruggegraat om er voor 100% voor te gaan en niet terug te deinzen voor de vele tegenstanders die er zijn.
1. Veel te veel christenen zijn laf, hebben geen ruggegraat en zijn er niet toe bereid om te knokken voor datgene dat zij beweren te geloven.
Vers 10-11 – “Als Timotheüs komt, let er dan op dat hij zonder vrees bij u kan zijn, want hij doet het werk van de Heere, zoals ook ik. Laat dus niemand hem gering achten, maar help hem op weg in vrede, zodat hij naar mij toe kan komen, want ik en de broeders wachten op hem.”
I. Vele Korinthiërs minachtten Paulus. Sommigen erkenden hem niet als een echte apostel. Hij moest zich telkens aan hen bewijzen.
A. En wetende dat zij zo waren, moedigt hij hen aan om het de jonge, timide Timotheüs niet moeilijk te maken.
Vers 12 – “En wat Apollos, de broeder, betreft, ik heb hem er vele malen toe opgeroepen dat hij met de broeders naar u toe zou komen, maar hij wilde nu beslist niet komen. Hij zal echter komen, wanneer het hem gelegen komt.”
I. Hier zien wij dat in Gods koninkrijk niemand tot iets gedwongen wordt.
A. Paulus had Apollos tot vele malen ertoe opgeroepen om naar Korinthe te gaan, maar liet hem uiteindelijk zelf beslissen.
Vers 13 – “Wees waakzaam, sta vast in het geloof, wees manmoedig, wees sterk.”
I. Wees waakzaam, wees wakker, wees oplettend, wees alert!
A. Kijk vooral om je heen en herken de tekenen van de tijd waarin wij leven.
II. Sta vast in het geloof!
A. Er komt dagelijks ontiegelijk veel op ons af om ons af te doen vallen van ons geloof. Wij moeten stand blijven houden tegen deze dingen.
i. Het zijn niet alleen dingen die op ons afkomen die ons van het geloof kunnen doen afvallen. Nee, ook de keuzes die wij maken kunnen ons doen afvallen van het geloof.
a. Keuzes over het wel of niet bidden, Gods Woord tot je nemen d.m.v. het lezen van de Bijbel of preken beluisteren, enz…
b. Keuzes over het wel of niet gehoorzamen van Gods Woord.
c. Keuzes over het wel of niet verlaten van je eerste liefde.
d. Keuzes over met wie je omgaat of met wie je een relatie aangaat.
e. Keuzes over dingen die toegang krijgen tot je leven zoals dingen die je bekijkt, beluistert of inademt of inslikt. Het vaststaan in het geloof is een keuze!
III. Vandaar dat Paulus hier zegt: “Wees manmoedig”.
A. Met deze uitdrukking bedoelt Paulus dat de mannen inderdaad echte mannen moeten zijn, echte kerels!
i. Te veel mannen zijn tegenwoordig geen echte mannen meer.
a. Ze nemen hun verantwoordelijkheid niet op zich. Ze zijn lui, laks, laten het liever aan anderen over.
b. Ze verspillen veel te veel tijd aan hun eigen entertainment, bijv. het spelen van spelletjes.
1. Te veel mannen vertonen nog steeds pubergedrag…
c. Als iets in hun beleving tegenzit of als het in hun beleving te moeilijk is, haken ze af, dus ook met het geloof en wat God van de mannen vereist!
ii. Mannen moeten ruggegraat hebben! Ook dat is een keus.
IV. En dan zegt de Bijbel: “Wees sterk”.
A. Sterk zijn is niet vanzelfsprekend. Het is iets waarin men groeit. M.a.w. het is sterk worden.
B. Als iemand nooit eerder aan krachttraining heeft gedaan en vanmorgen maar 30 kg. kan benchpressen, dan kan hij d.m.v. trainen en oefenen sterker worden en vervolgens veel meer benchpressen.
i. Hetzelfde geldt met het sterk zijn in de dingen van het geloof.
a. Ook hierin moeten wij ons trainen en oefenen om sterk te worden.
1. En dat doe je door te volharden in de leer van de apostelen. Door het Woord te bestuderen!
2. Sterk worden doe je door te volharden in de gebeden. Bid dagelijks! Maak tijd om te bidden en maak gebruik van de tijd die je hebt om te bidden.
3. Sterk worden doe je door te volharden in de koinonia (fellowship, gemeenschap) met andere christenen die van God en Zijn Woord houden.
(i) Kom naar de samenkomsten, of kom gewoon met je broers en zussen samen!
01. Wees sterk, word sterk!
Vers 14 – “Laat alles bij u in liefde gebeuren.”
I. Alles dat wij doen, moet gemotiveerd zijn door liefde.
A. Als je niet weet hoe die liefde eruit ziet, lees of beluister de studies van 1 Korinthe 13.
Vers 15-16 – “En ik roep u ertoe op, broeders – u weet dat het huis van Stefanas de eersteling van Achaje is en dat zij zichzelf ten dienste van de heiligen beschikbaar hebben gesteld – dat u zich ook aan zulke mensen onderwerpt, en aan ieder die meewerkt en zich inspant.”
Vers 17-18 – “En ik verblijd mij over de komst van Stefanas en Fortunatus en Achaïcus, want zij hebben aangevuld wat mij van uw kant nog ontbrak, want zij hebben mijn geest verkwikt en die van u. Erken zulke mensen dan.”
Vers 19 – “U groeten de gemeenten van Asia. In de Heere groeten u hartelijk Aquila en Priscilla met de gemeente in hun huis.”
Vers 20 – “U groeten alle broeders. Groet elkaar met een heilige kus.”
Vers 21 – “Een eigenhandige groet van mij, Paulus.”
Vers 22 – “Als iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, laat die vervloekt zijn. Maranatha!”
I. Voor velen legt Paulus hier de lat van het christen zijn veel hoger dan men wil.
A. Het maakt niet uit wat mensen vandaag de dag denken of aannemen over hun eigen christen zijn; als je vanmorgen niet van Jezus Christus houdt, als je Hem niet liefhebt, laat die vervloekt zijn, laat hem/haar geen deel hebben aan het Koninkrijk van God.
i. Aan jouw liefde voor Jezus kan je dus zien of je daadwerkelijk een christen bent of niet.
II. En dan zegt Paulus: “Maranatha”.
A. Dit betekent: “Onze Heere, kom!” Kom terug om ons tot U te nemen.
i. Ook hieraan kan je zien of je van Jezus houdt of niet. Als je echt van Hem houdt, kan je echt niet wachten totdat Hij komt.
ii. Maar als het je niet boeit, zou ik zeker je eigen hart gaan onderzoeken…
a. Maranatha! Onze Heere, KOM!!!
Vers 23 – “De genade van de Heere Jezus Christus zij met u.”
Vers 24 – “Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen.”
Bijbelstudie en Uitleg Afsluiting Korinthe brief – 1 Korinthe 16 – Calvary Chapel Haarlemmermeer