46030 1 Korinthe 11:4-16 (de onderworpenheid en gelijkheid van de vrouw 2 van 2)
I. Laten we onze Bijbels openslaan op I Korinthe 11:2-16.
A. Lees 11:2-16
II. Vorige week bleven wij stilstaan bij vers 3 van dit gedeelte waar de Bijbel ons de basis geeft voor wat God ons hier wil leren. Paulus schrijft:
A. Vers 3 – “Maar, ik wil dat u weet dat Christus het hoofd is van iedere man en de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.”
i. Waar het hier om gaat is autoriteit en onderworpenheid.
a. Het gaat hier om orde, om een structuur die God Zelf heeft bedacht nog vóór de zondeval.
1. De één heeft autoriteit (de eindverantwoordelijkheid) en de ander moet zich daaraan onderwerpen.
(i) Dit betekent niet dat de één beter is dan de ander. Het betekent gewoon dat God het zo heeft ontworpen.
2. Zoals wij vorige week hebben gezien, is elk geval van autoriteit en onderworpenheid in vers 3 gebaseerd op onvoorwaardelijke liefde en niet op tirannie (dwang of macho gedrag).
(i) Mocht je het gemist hebben, neem dan nog de tijd om het via de website te gaan beluisteren.
III. Laten wij met het beeld van autoriteit en onderworpenheid voor ogen de Schrift induiken om te zien wat God ons wil leren.
Vers 4 – “Iedere man die bidt of profeteert en iets op zijn hoofd heeft, onteert zijn hoofd.”
I. Paulus spreekt hier over het bidden en profeteren. In de meest algemene en eenvoudige zin van het woord is bidden het praten met God, en is profeteren het spreken namens God.
A. Ik ga hier nu niet dieper op in, want wanneer wij in hoofdstuk 14 belanden gaan wij deze dingen grondig met elkaar behandelen.
Vers 5-6 – “Iedere vrouw echter die bidt of profeteert met onbedekt hoofd, onteert haar eigen hoofd, want het is precies hetzelfde alsof zij kaalgeschoren is. Want als een vrouw haarhoofd niet bedekt heeft, laat zij zich dan ook maar kaalknippen. Als het echter voor een vrouw schandelijk is kaalgeknipt of kaalgeschoren te zijn, laat zij dan het hoofd bedekken.”
I. Aan de ene kant zegt Paulus, dat iedere man die bidt of profeteert en iets op zijn hoofd heeft, zijn hoofd onteert. Aan de andere kant zegt Paulus, dat iedere vrouw die bidt of profeteert zonder iets op haar hoofd te hebben haar hoofd onteert.
II. Ik moet voor mezelf even een aantal dingen op een rijtje zetten:
A. Ten eerste is Jezus Christus volgens vers 3 het hoofd van de man en is de man het hoofd van de vrouw.
i. Dus wanneer het hoofd van de man onteert wordt, dan is het Jezus Christus Die onteerd wordt.
ii. En wanneer het hoofd van de vrouw onteerd wordt, dan is het haar man, haar echtgenoot, die onteerd wordt.
B. Ten tweede heeft Paulus het in vers 4 over iedere man die “iets op zijn hoofd heeft”.
i. Paulus zegt hiermee absoluut niet dat een man geen muts of pet mag dragen wanneer hij bidt of profeteert. (voorbeeld van J. Abeelen & H. Rogaar)
ii. Paulus heeft het er wel over wat er letterlijk in het Grieks staat: en dat is dat een man geen sluier mag dragen.
III. In die tijd en in die cultuur was het namelijk zo, dat wanneer een vrouw een sluier droeg, zij daarmee liet weten dat zij onderworpen was aan haar man.
A. En niet alleen onderworpen, maar dat zij überhaupt niet beschikbaar was voor andere mannen, niet vrijgezel dus.
i. Het dragen van een hoofdbedekking, een sluier, betekende dus in die cultuur dat de vrouw die het droeg, zichzelf onderworpen heeft aan haar man, die autoriteit heeft over haar.
a. Kortom, het dragen van een sluier was een teken van onderworpenheid.
B. Maar er waren ook vrouwen in de stad Korinthe in die cultuur die géén sluier droegen, die geen hoofdbedekking op hadden. Sterker nog, er waren vrouwen die hun haar kort knipten of hun hoofden zelfs kaal schoren. Dit waren zowel de feministen van die dag als de prostituees.
i. De feministen van die tijd rebelleerden tegen alle vormen van autoriteit, vooral waar het ging om de autoriteit van de man.
a. En uit protest tegen de autoriteit droegen zij geen sluier en schoren zichzelf kaal o.a. om er meer als een man uit te zien.
ii. En zoals de prostituees in de roze buurt in Amsterdam geen boerka’s dragen omdat zij juist gezien willen worden, zo droegen de prostituees in Korinthe geen sluier omdat zij gezien wilden worden.
a. Kortom, zij wilden zichzelf vertonen zodat zij zichzelf konden verkopen. “Look at me!”
Het dragen van een sluier was dus een teken van onderworpenheid en dat je niet “te koop” was; en het niet dragen van een sluier betekende dat je óf een hoer was, óf een feminist.
IV. Er waren blijkbaar gehuwde vrouwen in de kerk in Korinthe, die in hun vrijheid in Christus vonden dat zij zich niet hoefden te houden aan de kledingvoorschriften van hun eigen cultuur.
A. Deze vrouwen dachten blijkbaar dat omdat zij nu christen waren, de gebruiken en de gewoonten van hun cultuur niet meer op hen van toepassing waren.
i. En daarom gingen deze vrouwen dus zonder sluier naar de kerkdienst, naar de markt; overal waar zij zich in het publiek bevonden, droegen zij geen sluier.
B. Ik kan me voorstellen dat het voor zowel de ongelovige wereld als de mensen in de kerk erg verwarrend zal zijn geweest om christelijke vrouwen te zien die zich als prostituees en feministen vertoonden.
i. Het is eigenlijk hetzelfde alsof jullie dames vanmorgen in de dienst verschenen in lingerie en naaldhakken.
a. Ik weet zeker dat iedereen zich zou afvragen wat er hier gaande is!
V. Daarom zegt Paulus, dat de vrouw die bidt of profeteert zonder een sluier te dragen haar man onteert, want het is precies hetzelfde alsof zij zich als een losgeslagen prostituee of feminist vertoonde.
A. Dan zegt hij in vers 6, dat als een vrouw geen sluier draagt, ze zich net zo goed kaal kan laten scheren.
i. M.a.w. als je je toch al voordoet als iemand die niet onderworpen is aan je man, kan je jezelf net zo goed voordoen als een hoer of een feminist.
B. Vervolgens zegt Paulus, dat als een vrouw het een schande vindt om kaalgeschoren te zijn, wat gelijk is aan het niet dragen van een sluier, zij daarom juist een sluier moet dragen.
i. Stel dat een vrouw zichzelf kaalgeschoren heeft en na deze brief van Paulus te hebben gelezen daar spijt van heeft gekregen, dan zegt Paulus dat zij haar hoofd nog steeds kan bedekken.
Vers 7-9 –“Een man moet zijn hoofd niet bedekken, omdat hij het beeld en de heerlijkheid van God is. De vrouw is echter de heerlijkheid van de man. De man immers is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. Want ook is een man niet geschapen omwille van de vrouw, maar een vrouw omwille van de man.”
I. Er waren blijkbaar vrouwen die dachten dat de autoriteit van de man en de onderworpenheid van de vrouw iets was dat na de zondeval tot stand was gekomen.
A. Daarom dachten zij dat het hoofdschap van de man niet meer van toepassing was, omdat in Jezus Christus de man en vrouw één zijn geworden
i. En door deze gedachtegang vonden zij het niet nodig om zichzelf aan hun echtgenoten te onderwerpen, vandaar dat sommige gehuwde vrouwen geen sluier meer droegen.
II. Maar Paulus zegt hier, dat het zo was van het begin af aan. In het scheppingsverhaal in Genesis 1 had God nog vóór de zondeval het hoofdschap van de man ingesteld.
Vers 10 – “Daarom moet de vrouw een macht op haar hoofd hebben, omwille van de engelen.”
I. Paulus zegt, dat omdat God het vanaf het begin al zo heeft bedoeld, moet de vrouw een macht op haar hoofd hebben. M.a.w. zij moet een sluier dragen, wat aangeeft dat zij onder de autoriteit van haar man staat.
II. En dan zegt Paulus iets waarvan geen enkele bijbelleraar precies weet wat hij ermee bedoelt. Hij zegt dat de vrouw dit moet doen “omwille van de engelen”.
A. Ik heb de meest gangbare verklaringen hierover gelezen, maar ik weet nog steeds niet wat Paulus hier precies mee bedoelt. Dusss. . .
Vers 11-12 – “Evenwel is de man niet zonder de vrouw, en de vrouw niet zonder de man, in de Heere. Want zoals de vrouw uit de man voortkomt, zo is ook de man er door de vrouw, maar alle dingen zijn uit God.”
I. Ondanks dat Paulus in dit stuk de autoriteit van de man en de onderworpenheid van de vrouw benadrukt, zegt hij hier dat in Gods Koninkrijk de man absoluut niet zonder de vrouw kan en de vrouw niet zonder de man.
A. Mannen, jullie gezinnen, jullie huishoudens, deze gemeente zou voor geen meter lopen zonder onze vrouwen!
B. Mijn vrouw draagt zo veel bij aan ons huishouden, aan onze bediening, aan mijn voorgangerschap. Zonder haar zou ik niet zijn wie ik ben en ik zou niet kunnen doen wat ik doe.
i. Paulus zegt dat er in Gods Koninkrijk een wederzijdse afhankelijkheid is van elkaar, de vrouw is afhankelijk van de man én de man is afhankelijk van de vrouw.
a. Daarom: de man die zijn vrouw en gezin en de kerk zonder liefde leidt; de man die niet inziet welke belangrijke en essentiële plaats God de vrouw in het gezin en in de kerk heeft gegeven, die man doet niet de wil van God.
Vers 13-15 – “Oordeel bij uzelf: is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? Of leert ook de natuur zelf u niet dat als een man lang haar draagt, het een oneer voor hem is? Maar als een vrouw lang haar draagt, is het voor haar een eer, omdat het lange haar als een bedekking aan haar gegeven is.”
I. De Bijbel verbiedt de mannen niet om lang haar te hebben. Simson droeg als Nazireeër lang haar en de apostel Paulus legde een eed af waardoor hij zijn haar lang moest laten groeien.
A. Door hun haar lang te laten groeien lieten zij weten dat zij onder de autoriteit ofwel de heerschappij van een ander waren. In beide gevallen onder de autoriteit van God.
i. In Christus is het echter niet nodig om lang haar te hebben om aan te geven dat je je aan Hem onderwerpt.
ii. Nee, het is door jouw gehoorzaamheid aan Zijn Woord, door jouw toewijding, door jouw gedrag, door jouw vertrouwen op Hem dat je aangeeft dat je aan Jezus onderworpen bent.
II. Maar Paulus heeft het hier over wat de natuur ons leert.
A. Vanuit een natuurlijk, biologisch oogpunt leert de praktijk ons dat het natuurlijk is dat veel mannen op den duur kaal worden en vrouwen niet.
i. Dus kort haar of geen haar is meer “natuurlijk” voor mannen dan voor vrouwen. En lang haar is meer “natuur-lijk” voor vrouwen dan voor mannen.
B. Maar vanuit een cultureel oogpunt is natuurlijk of acceptabel dat een man geen lang haar heeft.
i. In die tijd werd een man met lang haar gezien als verwijfd. Het was cultureel dus niet natuurlijk!
ii. Maar voor een vrouw was het een eer om lang haar te hebben, het sprak van vrouwelijkheid, van onderworpenheid, van bescheidenheid.
a. Paulus gebruikt dit als voorbeeld om weer aan te geven dat de Korinthiërs zich ervan bewust moeten zijn dat de cultuur waarin zij leefden deze dingen als “normaal” of “natuurlijk” zag.
III. Voor God is hierin ook belangrijk, dat het onderscheid tussen man en vrouw duidelijk te herkennen is.
A. Vandaag de dag en ook in die tijd was homoseksualiteit de normaalste zaak. En men kon soms niet zeker weten of je te maken had met een man of met een vrouw.
i. Denk even aan de travestieten of de transseksuelen. Soms kan je niet zien of het nu een man of een vrouw is. Denk aan Kelly van de Veer!
a. Om de orde in de gemeente van Jezus Christus te handhaven, moet het onderscheid duidelijk zijn.
Vers 16 – “Maar als iemand op twist uit lijkt te zijn, wij hebben een dergelijke gewoonte niet, en de gemeenten van God evenmin.”
I. Er zijn in de gemeente van Jezus Christus mensen die twistlievend of twistzuchtig zijn. Dit zijn mensen die ervan houden om te discussiëren, om hun gelijk te willen krijgen.
A. Vaak zijn het legalistische ofwel wettische christenen die een uitgesproken mening hebben over bepaalde zaken.
B. En zoals in dit geval, het wel of niet dragen van een hoofdbedekking, het wel of niet dragen van lang haar, kunnen dit soort mensen hier heel stellig over zijn.
i. Vorige week vertelde ik over de vader van mijn vriend die tegen mij zei dat ik mijn lange haar moest knippen.
ii. Ik vertelde vanmorgen over die vrouw die erop stond dat J. Abeelen zijn pet af moest doen.
a. We zullen helaas dus nog altijd te maken hebben met dit soort mensen.
II. Ik geloof dat Paulus dit gedeelte beëindigt door juist te zeggen dat wat hij hier aan de Korinthiërs voorschrijft, alleen voor de Korinthiërs van toepassing is.
A. In dit gedeelte is Paulus niet dogmatisch. Hij legt geen wet neer. Hij zegt dat noch hij, noch de gemeenten van God een dergelijke gewoonte of gebruik heeft.
i. M.a.w. waar het wel of niet dragen van een sluier (bijv. in onze cultuur) geen betekenis heeft, dan hoeven wij ons daar ook niet druk om te maken.
B. Belangrijk bij het hebben van een zuivere theologie is om in acht te nemen hoe vaak een onderwerp en in welke context een onderwerp onderwezen wordt.
i. In tegenstelling tot de leer van o.a. genade, de plaatsvervangende dood van Jezus Christus, het liefhebben van God en van elkaar komt dit onderwerp slechts één keer voor in de gehele Bijbel.
a. Ik denk dat het dan ook belangrijk is om daar geen punt van te maken.
III. Dus, vrouwen, voel je vrij om zonder hoofdbedekking te bidden en te profeteren. Mannen, voel je vrij om je haar wat langer te laten groeien als je dat wil, zolang het nog kan!
Dit is een taai stuk en ondanks dat het niet direct op ons van toepassing is, hebben wij de belofte van God dat Zijn Woord nooit leeg tot Hem terug zal keren, maar dat het Gods doel zal bereiken.
I. Dus, als je er vanmorgen niets of niet veel mee kan, berg het op in je hart en de Heere zal het t.z.t. gaan gebruiken om anderen te helpen.