Mattheüs 16:24-28 – De sleutel tot het succesvol, overwinnend en vruchtbaar christen zijn
I. Vorige keer hadden wij gezien dat Jezus Zich nu doelbewust richt op het toerusten en het klaarstomen van Zijn discipelen.
Jezus wil echt tot hen door laten dringen dat Hij de lijdensweg MOET gaan en dat Hij MOET sterven om hen en ons te redden van de macht van de zonde en de dood.
A. Maar omdat een lijdende en een stervende Messias niet in het straatje van Petrus en de elf andere discipelen paste, bestrafte Petrus Jezus en zei hij tegen Jezus dat Jezus absoluut niet gaat lijden, laat staan sterven.
B. Laten we lezen: Mattheüs 16:21-23
Vers 21-23 – “21Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. 22En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.”
II. In het schriftgedeelte waar wij deze keer mee verder gaan, geeft Jezus Zijn discipelen én ons de sleutel om een succesvolle, overwinnende en vruchtbare christen te zijn.
A. Een christen over wie Jezus ongetwijfeld op de dag van het oordeel zal zeggen: “Goed gedaan, goede en trouwe slaaf…” (Mattheüs 25:21)
B. Helaas gaan te veel kerkgangers en kerkleiders aan deze sleutel voorbij en kiezen eerder voor een programma of iets dergelijks.
i. Er is tegenwoordig een overvloed aan zelfverbeteringsprogramma’s, of 12 stappen programma’s, of “x” aantal stappen programma’s; allemaal bedoeld om een beter mens te worden of om een betere kerkganger te worden.
a. Bij dit soort zelfverbeteringsprogramma’s dient men zich aan een reeks stappen te blijven houden om het leven op de rails te krijgen en te houden.
1. Vaak begint men met veel enthousiasme aan een dergelijk programma, maar, zoals het met veel goede voornemens gaat, haakt men vroeg of laat af.
b. Bovendien pakken dit soort programma’s slechts de symptomen aan en tackelen niet de kern oftewel de oorzaak van de symptomen.
ii. Begrijp me niet verkeerd, zelfverbeteringsrogramma’s en “x” aantal stappenprogramma’s zijn op zich niet verkeerd, maar ik ben er stellig van overtuigd dat wij er veel meer aan zullen hebben om met de sleutel die God ons geeft aan de slag te gaan.
C. Ik moet er ook bij zeggen dat de sleutel die Jezus ons geeft, het allermakkelijkste is om uit te voeren en tegelijkertijd het allermoeilijkst.
i. Of de sleutel het allermakkelijkste of het allermoeilijkste is, hangt puur af van jou en hoe jij in het leven staat. Laten we lezen!
Vanmorgen pakken wij het op in Mattheüs 16:24
Mattheüs 16:24-28
I. Jezus had net tegen Zijn discipelen gezegd dat Hij per se naar Jeruzalem MOEST gaan om daar de lijdensweg te gaan, daar te sterven en vervolgens uit de dood op te staan. Kortom, Jezus openbaarde Gods Heilsplan aan Zijn discipelen.
A. Maar omdat de discipelen zo gericht waren op de omstandigheden, zo gericht waren op het tijdelijke, het vergankelijke, stonden zij er niet open voor hoe God Zijn plan tot vervulling wilde brengen.
B. De discipelen waren zeer gefixeerd op het verlost worden van de Romeinse bezettingsmacht, terwijl God gefixeerd is op de eeuwige verlossing van de zonde en de dood.
C. God heeft de eeuwigheid voor ogen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde met o.a. straten van goud, maar op grond van hun eigen ideeën wilden de discipelen per se “genoegen nemen” met een figuurlijke schroothoop!
i. Hoe vaak staan wij er niet open voor hoe God Zijn plan tot vervulling wil brengen?!? Hoe vaak willen wij op grond van onze eigen ideeën per se genoegen nemen met iets dat vele malen beneden Gods ideaal ligt?
D. Degenen aan wie Jezus de fakkel over gaat dragen, degenen door wie heen Jezus Zijn gemeente bouwt, moesten hun neuzen in dezelfde richting als die van Jezus krijgen, anders zou het NOOIT lukken.
i. Hetzelfde geldt voor ons, wij die christen beweren te zijn. Als medearbeider van God, als collega van Jezus Christus MOETEN wij volgens Gods bouwplan gaan werken en niet het onze.
a. Als Gods bouwplan aangeeft, dat wij zonder Jezus niets kunnen, terwijl wij blijven denken dat wij het zelf kunnen, dan volgen wij Gods bouwplan niet.
b. Als Gods bouwplan aangeeft, dat het Woord van Christus rijkelijk in ons moet wonen, terwijl wij geen prioriteit geven om het Woord van God, de Bijbel, ons eigen te maken, dan volgen wij Gods bouwplan niet.
c. Als Gods bouwplan aangeeft, dat Zijn wegen en Zijn gedachten hoger zijn dan de onze, terwijl wij eigenwijs blijven en het zelf beter denken te weten dan God, dan volgen wij Gods bouwplan niet.
1. Daarom zei Jezus wat hier in vers 24 staat:
Vers 24 – “Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
I. Met de woorden: “Als iemand achter Mij aan wil komen” bedoelt Jezus gewoon: “Als iemand een christen wil worden”.
A. Hij zegt dus tegen Zijn discipelen en tegen ons: “Als jij een echte christen wil worden, zijn en blijven, dan zijn dit de voorwaarden.
i. Even voor alle duidelijkheid: een christen is o.a. iemand die door een actief geloof in Jezus Christus tot wedergeboorte is gekomen; en die vervolgens d.m.v. de Heilige Geest het Koninkrijk van God als gemachtigde vertegenwoordigt; en die zijn/haar leven door God laat gebruiken om Zijn gemeente te bouwen.
ii. Dus alleen al aan de hand van deze definitie van een christen MOET ik noodzakelijkerwijs hetzelfde doel nastreven dat Jezus voor ogen heeft.
a. Het woord “christen” betekent simpelweg “als Christus”.
b. Dus als Rabbi zijnde, als Meester zijnde zegt Jezus tegen Zijn volgelingen: “Als je wilt zijn zoals Ik, dan MOET je je aan de volgende beginselen blijven houden”.
c. Jezus zegt: “Dit is primair, dit is fundamenteel, dit is elementair. Zonder dit kom je geen stap verder in je geestelijke groei!”
Vers 24 – “…Als iemand een echte christen wil worden, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
II. Van Dale definieert verloochenen als volgt: de relatie met het genoemde niet willen erkennen, afzweren, verzaken.Laten we samen kijken naar een praktijk voorbeeld van het verloochenen.
A. Mattheüs 26:31-35
B. Mattheüs 26:69-75
i. Petrus wordt hier tot drie maal toe aangewezen als een discipel van Jezus Christus, als een christen.
ii. Alle drie de keren erkent Petrus Jezus niet. De derde keer zwoer Hij Jezus zelfs helemaal af. Dit is een klassiek voorbeeld van het verloochenen van; in dit geval het verloochenen van Jezus Christus.
III. Van Dale definieert het verloochenen van jezelf als volgt: tegen de natuur handelen, tegen zijn eigen aard handelen, ontrouw worden aan zijn eigen beginselen, eigen verlangens onderdrukken ten bate van anderen.
A. Het verloochenen van “jezelf” van je “eigen ik” gaat dwars tegen je natuur in, het gaat dwars tegen je verstand in en het gaat dwars tegen je gevoelens in.
B. Het verloochenen van “jezelf” van je “eigen ik” klinkt sowieso niet goed in onze oren, het ziet er niet goed uit, het voelt niet goed, het ruikt niet goed, het smaakt niet goed. Het gaat letterlijk dwars tegen al onze zintuigen en instincten in.
i. Als dit zo is, wáárom zou Jezus dan tegen Zijn discipelen en tegen óns zeggen dat wij onszelf moeten verloochenen?
ii. Ik dacht dat Jezus van mij houdt? Dit is helemaal niet leuk. Hij heeft mij toch gemaakt? En nu vereist Hij van mij dat ik mezelf, hoe HIJ mij gemaakt heeft, moet gaan verloochenen. Dit lijkt zeer onlogisch! Toch?!?
C. Het zou alleen onlogisch zijn als wij nu al verheerlijkt zouden zijn terwijl wij in alles in complete harmonie met God zijn.
i. Maar dat zijn wij nu nog niet. Alleen de mens Jezus Christus was in complete harmonie met God de Vader:
a. Jezus zei in Joh. 8:29 dat Hij altijd en alleen doet wat God de Vader behaagt.
b. Joh. 5:19 – “…‘Waarachtig, Ik verzeker u: de Zoon kan niets uit eigen kracht, Hij kan alleen maar wat Hij de Vader ziet doen: wat deze doet, doet de Zoon eveneens.” (wv 1995)
c. Joh. 5:30d – “…niet door mijn eigen wil laat Ik me leiden, maar alleen door de wil van Hem die Mij gezonden heeft.” (wv 1995)
1. Totdat wij dit in alle waarachtigheid van onszelf in kunnen zeggen, blijven wij door onze zondige natuur beperkt in ons denken en doen.
ii. Jezus zei in vers 23 niet voor niets: “U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van mensen.” Van gebroken en zondige mensen.
a. Daarom vereist Jezus van Zijn discipelen en van ons, dat wij onszelf, ons eigen ik, verloochenen.
IV. Ten eerste worden wij opgeroepen om onszelf te verloochenen om überhaupt tot geloof te kunnen komen.
A. Zoals wij in vers 21-23 in Petrus en de discipelen gezien hebben, is de mens simpelweg niet in staat om te kúnnen geloven, omdat de mens van nature totaal anders denkt dan God.
i. God zegt: “Geloof en je zult zien”; de mens zegt: “Ik geloof pas als ik gezien heb”.
ii. God zegt: “Je bent een zondaar, bekeer je”; de mens zegt: “Ik ben geen zondaar, ik ben een goed mens”.
iii. God zegt: “Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven, niemand komt tot God dan alleen door Hem”; de mens zegt: “Alle wegen leiden tot God”.
iv. God zegt: “Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel”; de mens zegt: “Na de dood kom ik terug als een koe, of als ik sterf dan slaap ik gewoon, of als ik sterf kom ik in de hemel, omdat ik niet geloof dat een God van liefde mij naar de hel zou sturen.”
a. De mens moet dus zijn/haar eigen ik verloochenen om Gods weg tot geloof te aanvaarden.
V. Maar het is niet zo dat wij alleen opgeroepen worden om onszelf te verloochenen om tot geloof te kunnen komen.
Eenmaal tot geloof gekomen moeten wij onszelf blijven verloochenen om een succesvolle, overwinnende en vruchtbare christen te zijn; een christen die actief meewerkt aan het bouwen van de Gemeente van Christus.
Vers 24 – “…Als iemand achter Mij aan wil komen, oftewel een echte christen wil worden, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
I. Het opnemen van je kruis wordt vaak geïnterpreteerd als het moeten dragen van een bepaalde last.
A. Sommigen zeggen weleens dat het kruis dat zij moeten dragen hun echtgeno(te)ot is, of hun schoonmoeder, of hun kinderen, of een bepaalde ziekte, enz…
Maar dit is niet wat Jezus hiermee bedoelde.
II. Het opnemen van je kruis benadrukt tot het uiterste wat het verloochenen van jezelf betekent.
A. Elke Jood in die tijd wist wat deze uitspraak betekende. Het betekende letterlijk, dat men tot de dood veroordeeld was, en dat hij de dwarsbalk van zijn kruis waaraan hij gekruisigd zou worden, op zich moest nemen. Jezus deed dit.
B. Het opnemen van je kruis was een enkele reis naar de plaats van executie. Je komt niet terug! Het is einde verhaal!
C. Dit geeft aan dat mijn “eigen ik”, mijn vleselijke natuur, mijn gevallen natuur totaal geen plaats heeft in het Koninkrijk van God. Het moet sterven!
D. Sterker nog, Jezus zegt hier, dat tenzij iemand bereid is om aan zichzelf te sterven, hij/zij niet eens het Koninkrijk binnen zal komen.
i. De apostel Paulus zegt in Galaten 2:20a – “Met Christus ben ik gekruisigd. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij.” (gnb 1996)
ii. Johannes 12:24 – “Ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij slechts één graankorrel. Maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort.” (gnb 1996)
iii. 2 Korinthe 5:17 – “Wie één is geworden met Christus, is een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.” (gnb 1996)
iv. Romeinen 6:1-4 – “1Zullen we maar blijven zondigen, om zo Gods genade te doen toenemen? 2Absoluut niet! De zondige mens in ons is gestorven; hoe kunnen we dan nog in zonde blijven leven? 3Door de doop die ons één maakte met Christus Jezus, werd zijn dood ook onze dood. Dat weet u toch wel! 4Door de doop zijn we dus met hem gestorven en begraven. En zoals Christus uit de dood is opgewekt door de verheven macht van de Vader, zo gaan ook wij een nieuw leven leiden.” (gnb 1996)
v. En hoe leiden wij dat nieuwe leven?
a. Romeinen 12:1-2 – “1Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. 2En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.”
1. Word innerlijk veranderd, opdat Jezus niet tegen jou zegt: “U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van mensen.”
(i) De enige manier om de gezindheid van God te kunnen krijgen is om aan onszelf te sterven.
III. Voor degenen die dit van harte willen doen, is het het gemakkelijkste dat er is. Het is bevrijdend, het is geruststellend. En als je dit wil, zal God je de kracht geven om het te doen.
A. Het proces zelf is helemaal niet leuk, het is niet fijn, het doet ontzettend veel pijn, maar het resultaat is te mooi om in woorden uit te kunnen drukken.
IV. Maar voor degenen die hun eigen ik niet los willen laten, is dit het allermoeilijkste dat er is.
A. Want het proces is helemaal niet leuk, het is niet fijn, het doet ontzettend veel pijn. . . En de meesten zullen deze weg ook niet inslaan. Maar kijk wat Jezus hierover zegt:
Vers 25 – “Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden.
I. Wie zijn eigen ik niet wil verloochenen, wie niet aan zichzelf wil sterven zal het leven uiteindelijk verliezen.
A. Deze zal niet tot wedergeboorte komen. Hierdoor zal hij/zij uiteindelijk door God veroordeeld worden tot de eeuwige dood, tot wat de Bijbel de hel noemt.
II. Maar wie omwille van Jezus Christus zijn eigen ik wél wil verloochenen, wie wél aan zichzelf wil sterven, zal het echte leven vinden; zowel hier op aarde alsook in de eeuwigheid.
Vers 26 – “Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?”
I. Wat heb ik er aan als ik de rijkste man ter wereld ben, terwijl ik voor eeuwig verdoemd ben? Wat is belangrijker: het tijdelijke leven hier op aarde of de eeuwigheid die hierna komt?
A. Al ben je de rijkste man/vrouw ter wereld, zegt Jezus, kan je met al je geld Gods redding, Gods verlossing niet kopen. Geen enkele mens kan de losprijs voor zichzelf betalen.
i. Jezus heeft door te sterven aan het kruis de losprijs voor mijn ziel betaald.
Vers 27 – “Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
I. Gods oordeel komt!
Vers 28 – “Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
I. Hier kom ik op terug wanneer wij met hoofdstuk 17 gaan beginnen.
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl